Welke koeltechniek heb ik nodig?

De koelkast is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven iedereen heeft wel een ijskast. Het doel van een koelkast is voorkomen dat eten bederft. In Nederland werd de koelkast vanaf de eerste helft van de twintigste eeuw populair officieel is de koelkast in 1922 uitgevonden door een Zweedse uitvinder. Het is een grote energievreter in huis maar door de jaren heen zijn koelkasten wel energiezuiniger geworden. Je hebt koelkasten in alle soorten en maten van 20 liter tot wel 600 liter kleine koelkasten zijn handig voor bijvoorbeeld een feestje maar in huis is het handig om een grotere koelkast te hebben. Op koelkasten staat een energielabel op een indicatie te geven wat je aan energie kosten kwijt bent bij de koelkast. Er zijn verschillende koeltechnieken de twee belangrijkste zijn: stoffen gebruiken die een lagere temperatuur hebben bijvoorbeeld water of lucht of door gebruik te maken van een warmtepomp. Die zorgt voor de temperatuur. Door verdamping van de vloeistof word verdampingswarmte aan de omgeving onttrokken. In de compressor word je damp weer samengeperst en daarna weer vloeistof van gemaakt. Het eerste ontwerp van de koelkast werd door Albert Einstein en Leo Szilard gedaan. In 1926 vonden ze de Einstein-Szilard koelkast uit dit was een koelkast die werkte als absorptiekoelmachine. Die werkte op gas en had geen bewegende delen. De koelkast had geen elektriciteit nodig maar enkel een hittebron, daarom was deze heel erg geschikt voor arme gebieden. Een Amerikaanse koelkast is een hele grote koelkast die ze in Amerika hebben maar in Nederland zijn ze ook redelijk populair het stroomverbruik was jaren een probleem maar nu koelkasten de laatste jaren zuiniger worden valt dat best wel mee. De grote nadelen zijn dat hij veel geluid maakt en dat hij duurder in aanschaf in dan een normale koelkast. Maar dat staat tegenover dat hij heel groot is en je er dus heel veel in kan doen.